Keepin' it cool

dinsdag, september 19, 2006

Maskers, media en mèèèèh

Baardaap

Time flies.
Van een geweldige juli-augustuscombinatie over een aangename l'été indien islandique naar een stormend en soms ijselijk koud kamertje.
Jaja, de eerste euforie is weggevallen en het leventje begint zijn rol van alledag weer te spelen.
De mensen die me een beetje kennen weten dat ik tureluurs kan worden van dergelijke dingsels.
Laten we het fase 1 van de gewenning aan een nieuwe omgeving noemen. Vergelijk het met een nieuwe auto - nieuwe computer - nieuwe GSM - nieuwe alles: Als je het gewenste dingetje eindelijk hebt, ben je blij dat je eindelijk hebt wat je wou. Maar dan duiken stilaan de eerste gebreken op. Die ene functie werkt niet naar behoren, of het rolgeluid van de wielen is toch niet bepaald rustgevend te noemen. Maar, om je consumptiegedrag te bevestigen (heee, hoor ik daar iemand marketeer zeggen? YUK!) weiger je de foutjes in te zien. Tot het point of no return bereikt wordt.
Maar kom, we gaan er over met spongebob en doen alsof er niks aan de hand is. Daar zijn we nu eenmaal enorm goed in geworden.

Afgelopen weekend stond er een uitstap naar de plaatselijke beau monde en nouveau riche van Reykjavik op het verlanglijstje.
En decadentie hebben we gezien!

Zaterdag een rustige rit door het IJslandse maanlandschap om dan plots met de neus op de feiten en een hoop op elkaar gestapeld beton gedrukt te worden.
Ook hier kent men de grijze misbaksels, afschuwelijke lelijke arty-farty zogenaamde moderne kunst waarvoor Jan Hoet tonnen geld zou geven.
Eerste indruk: niet bijster goed!


Gelukkig werd dat gevoel van onbehagen al snel gecounterd door de hoopvolle verwachting op een close encounter met een vrolijke Free Willy en zijn vriendjes.
3000 kronur (jawel, afdingen op de prijs helpt wel degelijk. De knipoog van schrijver dezes deed de rest.), de boot op en huppekee: mijn eerste Whalesafari stak van wal.
Resultaat: stijfbevroren, 2 miniwalvissen gezien en iets dat trok op iets groter. Ik heb blijkbaar last van een ingebouwde reflex om net als er iets interessants te bespeuren valt, weg te kijken naar bijvoorbeeld de lucht, het water aan de andere kant of het troepje meeuwen dat de boot achtervolgt en volgens mij een aanslag aan het voorbereiden is om mijn zwarte jas op natuurlijke wijze te witten.
Gelukkig zijn er mensen die wel hun aandacht kunnen richten op een fenomeen dat niet zuiver om henzelf draait en dus wel foto's hebben genomen. Hooraaay for that!


Do you speak whale?

Van de boot naar Big Pappa's Pizza's Place, waar ik samen met Sverrir, een vrij volwassen uit de kluiten gewassen jongeling die we hebben leren kennen (en een van de Oostenrijkse meisjes wat naderbij, wat resulteert in een gratis tour guide), geacht werd een 18 inch pizza te delen. Ja halloooo!
Ik moet nog groeien hoor, dus dat ging lekker mijn buikje in. Mijn eerste fast-foodervaring in het IJslands. Ekki laukar! Extra Osturinn!*

Eenmaal buitengerold mocht ik, Karmeister zijnde, mijn stuurmanskunsten nog es tonen doorheen het Reykjavikaanse autoverkeer. Een makkie voor een ex-Coke-delivery-guy in het Brusselse!Minder makkelijk voor de Duitse bestuurder van de Erasmuskaravaan. Na een tiental toeren rond een van de honderden roundabouts, vonden we hem eindelijk terug, bezweet en rood. Hij prevelde iets in de aard van: "Vat veur zej sinking. Zis is not Poland..."
Veilig aangekomen in de plaatselijke jeugdherberg (compleet met jengelende Spanjaarden op een gitaar, maar zonder kampvuur en rolkraagtruien) werd besloten een duikje te nemen in het IJslandse nachtleven.

DECADENT!
Ik stond even buiten op zoek naar een frisse neus, toen er plots een stretch-limo naast me stopte en een IJslandse dame (behoorlijk in de wind) me uitnodigde mee een tripje doorheen de stad te maken. Jammer genoeg moest ik dit aanbod afslaan, wegens de verantwoordelijkheid voor de andere studentjes. Men is Karmeister, of men is het niet...
IJslanders vinden het blijkbaar ook erg leuk om uren aan een stuk buiten staan aan te schuiven om binnen te mogen, elkaar omver te lopen zonder ook maar eens om te kijken en dit alles te combineren met hopen en hopen hotdogs. Sja, wat moet een mens daarvan denken?

Na mijn horde kinderen weer veilig naar hun bedjes geleid te hebben en zelf ook een tukje te hebben gedaan, stond in de ochtend een bezoekje aan de plaatselijke vlooienmarkt op het menu.
Veel vlooien, weinig markt.
Wel een cameraploeg van het Britse Channel Four (neeeeje, niet Channel "efefefefefe boutros boutros ghali" Neun) die me vriendelijk verzocht even een aantal portretjes te bespreken. Blijkbaar heb ik de host van de show een plastieken sjirurg genoemd, met heel wat werk aan eigen winkel, een huis op Aruba en twee katten.
Er waren twee takes nodig! De cameraman had blijkbaar last van Albertitis. Binnenkort een Joeri op de Britse TV? Waarom niet!
Daarnaast wacht ik nog steeds op een seintje van de Man Bijt Hond mevrouw die op zoek was naar internationale correspondenten. Indien er iets gebeurt in IJsland (een nieuwe trend in het schapenscheren, vis blijkt vlees te zijn, de rotte eigeur van het warme water blijkt niet veroorzaakt door een natuurfenomeen, maar door een illegaal geïmporteerde kloon van Louis Michel), wordt er van me verwacht dat ik me ter plaatse begeef en wat film enzo. Lollig.

Aangezien de vlooienmarkt niet bijster interessant bleek te zijn (alhoewel, toch een aantal leuke boekjes en andere prullaria gezien) werd er besloten naar The Blue Lagoon te gaan. Dit is een volledig natuurlijk kuuroord, compleet met modderbaden, stoombaden, sauna's, kortom, the works.
Best gezellig en mijn huid is nog steeds zo zacht als de billetjes van een verse baby.


Another whale (with Tweety)

Nadien eventjes gaan bowlen, waar meteen duidelijk werd dat ik een natuurtalent ben als het aankomt op zeer wisselvallig kegelgooien. Een strike werd afgewisseld met een gutter en vice versa. In topsportjargon zou het onschreven worden als "de angst om te winnen".

Naar bed en dan huppekee, weer richting Bifröst. Onderweg werd nog even halt gehouden voor een bezoekje aan het jaarlijkse binnenhalen van de schapen.
Zelf vond ik het niet zo ongelooflijk speciaal. Schapen blijven schapen en zeggen blijkbaar overal mèèèh.
Interessanter was het ontwijken van de schare achtergelaten schapendropjes. Sorry moederlief, mijn schoenen zijn niet bepaald wit meer te noemen.

Heb ik misschien iets van u aan?

Verder heb ik ook mijn eerste punten mogen ontvangen. Mijn presentatie over iets in verband met internationale handel werd goed onthaald en blijkbaar geldt hier wel degelijk de regel dat als de docent positief reageert, dit wèl weerspiegeld wordt in de grades. Een 9 was mijn beloning (op 10 welteverstaan).

Deze week zal vooral gevuld worden door het bijwerken van vakken (ze smijten hier echt met de werkjes dat het geen naam meer heeft: ik noem het dan maar een milde vorm van ECHOitis), het schrijven van een paper over de National Marketing van IJsland en het belang daarin van het geloof in elfjes, trollen en andere supernatural thingies.

Maar,ik heb al iets leuks om naar uit te kijken:twee dappere strakzakken hebben het aangedurfd een ticket te boeken richting IJsland en zullen zodoende warm onthaald worden door een naar Vlaams snakkende Joeri.
Komende zaterdag zal ik klaarstaan om hen met ver opengesperde armen te ontvangen. Ik ben alvast klaar er een lappeke op te geven.
Joris, Ilja, mijn boodschappenlijstje volgt!

Als afsluiter heb ik deze week een onrechtstreekse link met IJsland in petto. Aangezien de bruine bieren hier onbetaalbaar zijn en ik spontaan begin te kwijlen bij de gedachte aan stoofvlees (zie een post eerder) ben ik aan het zoeken naar alternatieven.
Ladies and gents: I present you, cookin' with Coke!

Sjaumst!

* Geen ui! Extra Kaas!


ps: meer fotos volgen later

Update:
foto's 1
foto's 2