Het lekkerste van de donut is het gaatje!
Hier zijn we weer eens. Een tikje later dan verwacht door een volgepropte agenda, hopen werk en technische pc-probleempjes (alles is weer in orde nu, ik ben nog niet afgekickt, dank u).
Wat heb ik zoal uitgevreten de laatste twee weken?
Om het even kort samen te vatten: schooluitstapjes, Reykjavikuitstapjes, monsterlijke uitstapjes en walvissen.
Maar goed, voor ik hier helemaal in een tirade ga uitbarsten, over naar wat vrolijker materiaal.
Reykjavik werd (nogmaals) bezocht. En langzaamaan moet ik mijn mening over de lelijkste hoofdstad ter wereld gaan herbekijken (jawel, ook ik kan van mening veranderen!). Was het door het koude weer (minustemperaturen), de gezellige drukte (Iceland Airwaves, een soortement van festival), het leren kennen van de stad of gewoon ik die oud en minder zwart-wit wordt? Wie zal het zeggen, feit was dat ik, die niet meteen een voorstander is van de verplichte kerstsfeer, hohoho en tsjingelingeling, spontaan “kling klokjes klingelingeling” begon te hummen. Na een pseudogezellige en warmingeduffelde trektocht door de stad werd er besloten het nachtleven nog eens te verkennen. Gezellig druk, nu dit keer geen geduw en bouncers die alle begrip hebben voor het niks begrijpen en je dus makkelijk binnenlaten...Wegens logistieke problemen werden Egle (Litouwse dame) en ik verplicht van de Daewoo (ik ben nog steeds Karmeister!) een jeugdherberg te maken. Wakkerworden na een aantal uurtjes slaap wegens oorverdovend luid klapperende tanden: het is eens wat anders dan een wekker of drilboor.
Ijsbeer in winterslaap
Omdat Wolfgang, Berni’s Boyfriend, even in sneltempo alles wou zien wat Ijsland te bieden had, werd er besloten om (weer maar eens) naar de Blue Lagoon te trekken. Leukleukleuk...tot ik geconfronteerd werd met het eerste criminele feit in Ijsland ooit. Bij aankomst in de kleedkamers ontdekte ik tot mijn ontsteltenis dat mijn teergeliefde handdoek gestolen was...Deze dag zal voor eeuwig geboekstaafd worden als “ The day that the Towel took off”. Gelukkig blijven Ijslanders Ijslanders en had ik na drie minuutjes een kersverse, zachte en exclusieve Blue Lagoon handdoek om de gespierde lenden. Wat een avontuur!
Extreem fris en superwollig (mijn haar lijkt na een douche op een combinatie tussen een wollige pluizenbal en een siamese tweelingkat) stond ik klaar om een week vol werkjes en papertjes te weerstaan. Niet te veel informatie nodig hierover, buiten het feit dat een eerste ruzie een feit is. De twee Finse dames (in de skiptinemivolksmond gemoedelijk de olijke whaling genoemd) vonden het nodig niks te presteren in een groepswerkje en extreem crapuleus als ik ben, vond ik het (samen met Hollander René en Guido de Poolse Duitser of Duitse Pool) nodig hen dan ook te schrappen van het voorblad. Als blijkt dat dit mijn laatste post op deze blog was, dan zou ik graag willen laten weten dat ik mijn verzameling matchbox-autootjes aan mijn broertje wil nalaten en mijn verzameling fruitvliegjes op mijn kamer aan de strakzakkers. Dank.
Maar goed, genoeg melig gedoe. Over naar andere monsters.
Eindelijk was het zover. Het moment waarop de echte venten van de sissi’s onderscheiden worden, de kerels van de pamperboys, de ruwe bonken van de zeemzoete wiener zangerknapen. Het onbespoten pad volgen naar de top van een bonkige ijsblok. Trekken, sleuren, hijgen. Geen genade. Uitgeputte mensen worden achtergelaten (of opgegeten)...
Wij besloten het zekere voor het onzekere te nemen en namen plaats in een voorverwarmde monsterjeep: ons aller Madeliefje! Dit tuig met een onvoorstelbare hoeveelheid PK, een tank van 180 liter, plaats voor 13 personen én een kleine keuken zou ons met 44 inch banden brengen naar een gletsjer in de buurt (anderhalf uur rijden). Een beest van een bak, een lawaai als een vliegtuig dat maar niet kan opstijgen en heen en weer springen in de auto (seatbelts zijn voor woessies), rijden door rivieren, hellingen oprijden waar wandelen quasi onmogelijk is... niet te beschrijven, dus ik stel voor dat u met zijn allen een blik werpt op de foto’s. Natuurlijk was er hier en daar plaats voor wat sneeuwbalvertier (eat snow bastards!) én jawel, een eerste sneeuwman. Jammer genoeg was ik de wortel vergeten.
Afin, om een lang verhaal kort te maken: veel sneeuw, koud en nat, maar ongelooflijk plezant en het wachten meer dan waard! Ik heb mezelf beloofd ooit eens hetzelfde te doen, maar dan met sneeuwscooters.
Wat is dat nu allemaal met die walvissen? De oplettende Laatste Nieuwslezer onder u zal al wel opgemerkt hebben dat IJsland niet zo lief is voor die zwemmende zoogdiertjes. Kritiek van uit alle hoeken en plaatsen (Amerika: damagniiiiie!), terroristische dreigingen (veel geluk daarmee Osama, probeer maar eens een plaats in IJsland te vinden waar meer dan 3 mensen tegelijk verzameld zijn met een bevolkingsdichtheid van anderhalve mens per km2) en Michel Vandenbossche lookalikes die Ijsland komen verblijden met hun tofu-aura: het houdt niet op.
IJsland is inderdaad voor de eerste keer in 21 jaar weer op commerciële walvisvaart getrokken, zoals dat dan mooi in het visjargon heet (Arrr matey!).
Iedereen staat op zijn achterpoten, want: “ze zijn toch zo lief meneer, die blauwe vinvisjes.” Wel, daar ben ik het niet mee eens. Deze toerist dokt 3000 kronur, zit vier uur op een boot heen en weer te schommelen (sorry dame met het pelsen frakske, mijn ontbijt houdt niet van madammen met een bontjas), ontwijkt ternauwernood de witte bombardementen van RAF-meeuwen (geloven moslims in reïncarnatie?) en wat krijg ik te zien: niks, nada, noppes, niente, rien de knots! Jawel, een miezerig klein walvisje dat treiterend even zijn spuitgat boven water steekt en een (laten we eerlijk wezen, behoorlijk treffende) imitatie ten beste geeft van een geiser. Neen, afknallen die walvissen!*
Daarom als afsluiter deze keer: de eerste gevangen walvis! (moeders, hou de handen voor de ogen van uw kroost tenzij u vannacht wenst op te staan om uw bleirende bengel te sussen dat het allemaal maar een nare droom was).
* met een korrel grof zout te nemen